
Hoe leg je tijdens een economieles een abstract begrip als ‘speculatie’ uit aan leerlingen van 14 jaar? Of het idee van zwaartekracht, democratie, of het verschil tussen warm en koud? Je kunt het benoemen, definiëren, laten opzoeken. Maar als je het vertelt – als een verhaal met mensen, keuzes en gevolgen – gebeurt er iets bijzonders: leerlingen gaan luisteren. En ze onthouden het.
De tulpengekte als lesvoorbeeld
Een treffend voorbeeld komt uit het boek Tulpengekte van Mike Dash. Hij beschrijft hoe in de 17e eeuw één zeldzame tulp net zo veel waard werd als een Amsterdams grachtenpand. Geen droge economische uitleg, maar een meeslepend verhaal over hebzucht, angst, hoop en de menselijke neiging om mee te gaan in een hype. Het resultaat? Leerlingen begrijpen niet alleen wat er gebeurde, maar ook waarom – en dat is precies wat je als leerkracht wilt bereiken.
Verhalen brengen abstractie tot leven
Of je nu lesgeeft in geschiedenis, natuurkunde, burgerschap of biologie:
abstracte begrippen zijn overal. Denk aan:
- Massa versus gewicht in de natuurkunde – verhalend aan de hand van een astronaut op de maan.
- Het sociaal contract in maatschappijleer – via een denkbeeldige samenleving op een onbewoond eiland.
- Kringlopen in biologie – door het leven van een waterdruppel te volgen.
- Eigenschappen van getallen in wiskunde – door een raadselachtig personage dat logica tart.
Door een verhaalstructuur te gebruiken geef je vorm, emotie en herkenning aan complexe materie. Leerlingen haken in en de begrippen blijven plakken.
De kracht van verhalen – wat onderzoek laat zien
Storytelling is niet zomaar “leuk” – het is ook effectief. Onderzoek toont aan dat verhalen het leerproces ondersteunen op meerdere niveaus:
Verhoogde betrokkenheid en motivatie
Verhalen activeren emoties, en die zijn sterk verbonden met aandacht. Volgens Hidi & Renninger (2006) verhoogt dit de motivatie om te leren.
Meer begrip door betekenisgeving
Bruner (1991) stelt dat verhalen een natuurlijke manier zijn waarop mensen betekenis geven aan informatie. Ze helpen leerlingen om samenhang te zien en informatie beter te structureren.
Sterker geheugen door verhalende context
In een overzichtsstudie laat Haven (2007) zien dat leerinhoud in verhalende vorm significant beter wordt onthouden dan feitelijke presentaties. Verhalen worden efficiënter verwerkt door het werkgeheugen.
Dieper leren via hersenactivatie
Uit de cognitieve psychologie (Willingham, 2004) blijkt dat verhalen meerdere hersengebieden tegelijk activeren – taal, visualisatie, emotie – wat leidt tot meer geïntegreerd en dieper leren.
De tulpengekte is een klassieker in de economieles, maar storytelling werkt net goed in andere vakken:
- In aardrijkskunde: leg verstedelijking uit via het levensverhaal van een boerenzoon die naar de stad trekt.
- In techniek: laat leerlingen het verhaal volgen van een brug die instortte door een rekenfout – en hoe dat leidde tot nieuwe veiligheidsnormen.
- In kunst: breng abstracte stromingen tot leven via het levenspad van een kunstenaar in crisis.
- In taal: analyseer zinsontleding als het ontleden van de “rollen” in een toneelstuk – wie doet wat, tegen wie, en waarom?
Zodra je abstractie verbindt aan menselijke ervaring, wordt leren betekenisvol.
En waar betekenis is, ontstaat blijvend begrip.
Begin vandaag – klein, krachtig, effectief
Je hoeft geen geboren verhalenverteller te zijn. Begin eenvoudig:
- Kies één lesonderdeel en geef het een gezicht – een persoon, een dilemma, een ontwikkeling.
- Laat leerlingen zelf verhalen verzinnen rond een begrip of principe.
- Gebruik beeldende taal, spanning en herkenbare situaties.
Een goed verhaal maakt de les niet alleen boeiender – het maakt hem beter.
Slotgedachte: onderwijs met een hartslag
De man die zijn huis verkocht voor een tulp leeft voort omdat zijn verhaal werd verteld. Als we willen dat abstracte begrippen beklijven, hebben we meer nodig dan definities – we hebben verhalen nodig. Storytelling geeft het onderwijs een hartslag. En daar leren leerlingen niet alleen van, maar doorheen.
Over de auteur
Drs. Theo Wildeboer is onderwijskundige en traint schoolleiders, ib’ers en leerkrachten bij het effectiever maken van hun lessen. Hij schreef het boek Slim! De 4 sleutels voor een effectieve les en ontwikkelde de Reflectiebox Instructiegedrag, een methodiek om leerkrachten en directeuren in samenspraak te laten reflecteren op de effectiviteit van lessen.